De Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt vanaf het IJsselmeer onder andere via het grondgebied van de toenmalige gemeenten Houten, Tull en ’t Waal, Schalkwijk, Jutphaas en Vreeswijk. Daar liggen verschillende polders lager dan de rivier de Lek.
Belangrijkste onderdeel van de verdediging is de mogelijkheid om het land onder water te zetten in tijden van gevaar.
Om het land snel onder water te kunnen zetten worden inlaatsluizen gebouwd en kanalen aangelegd. Om deze waterstaatkundige werken en de hoger gelegen gebieden te beschermen worden forten aangelegd. Fotograferen van militaire objecten is uiteraard verboden. Ook mogen gemobiliseerde militairen niet vertellen waar zij zijn gelegerd. Daarom zijn oude ansichtkaarten van de waterlinie schaars.
Een aantal daarvan is te zien in deze eenmalige tentoonstelling.
Zo zijn er ansichtkaarten van de inundatiesluizen in Vreeswijk en Wijk bij Duurstede maar ook een kaart van fort Jutfaas uit 1906. Vooral in de mobilisatieperiodes 1914-1918 en 1939-1940 worden er vanuit de forten veel ansichtkaarten verstuurd. Na de Tweede Wereldoorlog verliest de waterlinie haar militaire waarde.
De forten blijven geheimzinnig. Uit de jaren zestig zijn diverse zwart-wit ansichtkaarten te zien. Bijvoorbeeld van de forten Honswijk (militair terrein) en Voordorp (Sportcentrum van de Nederlandse Invaliden Sportbond). Recent zijn de kaarten met tekeningen van meer dan 15 forten van Lex Tempelman.
Meer informatie: http://houteninwonersplatform.nl/hip-cultuur/item/7778-museum-dijkmagazijn-de-heul